Vocabulary exercise – 28D – CONTEXT

Wanneer je ________________ naar een ander land, is het belangrijk om de taal te leren en te integreren.

Ik lees een oude brief van mijn tante, uit 1958. Ze schrijft: ‘Oom Hans en ik gaan naar Canada __________. We blijven niet in Nederland.’

Wat is een ___________? In Nederland is dat een persoon die uit een ander land komt of van wie de vader en/of moeder niet uit Nederland komt.

Sven heeft een nieuwe baan in Eindhoven. Hij ___________ donderdag van Utrecht naar de provincie Brabant.

Wil je een huis __________ of een huis kopen?
– Ik wil ________, want ik heb op dit moment niet veel geld.

Vandaag hebben mijn vriendin en ik een afspraak bij __________________. Hij gaat ons helpen met het verkopen van onze woning.

De advocaat ziet in ________________ dat de man de woning sinds 2011 huurt.

Hoeveel betaal je per maand voor deze kamer?
– ______________ is 500 euro per maand. Voor Amsterdam is dat goedkoop.

Ik moet de __________ vóór 1 september betalen. Dat zijn de kosten voor gas, water en licht.

Mijn nicht wil een appartement kopen in een groot gebouw. Ze vraagt hoeveel het appartement kost en wil weten hoeveel _____________ is.

Ik lees ____________ in het huurcontract: Derkinderenstraat 24, 1062 DB, Amsterdam. Dat is bij het Rembrandtpark.

Het contact met _________________ is goed. De buurman heet Karel en de buurvrouw heet Leila. Ze koken elke maand voor mijn man en mij. Lekker!

De hobby van _______________ is tuinieren. Dat is leuk, want hij maakt ook mijn tuin schoon. Ik ben blij met het goede contact met hem en de buurvrouw.

__________________ gaat zich inschrijven voor een inburgeringscursus. Ze spreekt nu een beetje Nederlands. Ze wil de taal graag beter leren.

Dudi en Sharon willen __________________ voor de Dutch Summer School. Ze willen in de herfst Staatsexamen doen. Het is belangrijk dat ze veel studeren en huiswerk maken.

Je schrijft je naam en je adres op dit _______________________. De cursus begint op 12 oktober. Na het inschrijven krijg je informatie via e-mail.

De man reist vandaag naar India. Op het vliegveld moet hij ___________________ vóór hij het vliegtuig neemt.

Wat een stress! Ik heb om kwart over acht een vliegtuig naar Engeland en ik kan mijn _____________ niet vinden! Hoe kan ik me dan legitimeren?

Hoe legitimeer jij je? Gebruik je het paspoort of ________________?

De agent zegt: ‘Meneer! U rijdt te hard. Ik wil uw _____________ zien!’ De man antwoordt: ‘Alstublieft, hier is mijn _________. Ik rijd te hard, omdat mijn vrouw nu bij de EHBO is. Sorry!’

De politieagent vraagt: ‘Mevrouw, mag ik uw ________________ zien, alstublieft?’ De vrouw antwoordt: ‘Ja, natuurlijk. Hier is mijn paspoort.’

Ik ga in juni naar Mongolië. Ik heb voor de reis een ____________ nodig.

Mijn broer heeft geen paspoort, maar een ______________________. Hij legitimeert zich met deze kaart.

Mijn man komt uit Brazilië. Hij wil in Nederland komen wonen. Hij heeft het inburgeringsexamen gedaan. Hij wacht nu op een _______________________.

Als je in een ander land wilt werken, heb je een ________________ nodig.

Voor deze allochtoon is ______________ belangrijk. Hij wil zich goed voelen in Nederland. Hij wil hier werken, contact hebben met zijn buren en zich hier thuis voelen.

Bij ____________________ krijg je vragen over de Nederlandse taal, de tradities, de cultuur, de gemeente, de verzekeringen en over hoe Nederlanders zijn.

_____________________________ is het leren van de Nederlandse taal, als Nederlands niet je moedertaal is. In een basiscursus ga je tot niveau A1. Spreek je al beter? Doe dan A2 of B1.

Welk _____________ ga je doen? Wil je naar de universiteit? Dan moet je Staatsexamen II doen.

Stuart wil studeren aan een Nederlandse universiteit. Hij gaat eerst __________________ doen om goed Nederlands te leren. Dat is belangrijk. De universiteit vraagt dat van hem.

Malcolm vindt het belangrijk om goed te ______________in Nederland. Hij leert de taal en spreekt veel met Nederlanders. Hij leert over de cultuur en de tradities van het land.

Andrei wil Nederlander worden. ____________ is als je de Nederlandse nationaliteit krijgt.

Svetlana denkt aan haar familie. Ze mist haar land en haar vader en moeder. Ze heeft ____________.