Lesson 22 – Modal verbs


Transcript

Hallo. Hello.
Ik ben Bart de Pau, online docent Nederlands. I am Bart de Pau, online teacher of Dutch.
Welkom bij ‘Heb je zin?’. Welcome to ‘Heb je zin?’.
Vandaag oefenen we Nederlandse zinnen Today we’ll practise Dutch sentences
met de grammatica van #dutchgrammar les 28 with the grammar from #dutchgrammar lesson 28
over modale werkwoorden. about modal verbs.
En we gebruiken woorden die belangrijk zijn And we’ll use words that are important
in een gesprek bij de receptie in a conversation at the reception
van bijvoorbeeld een hotel of een vakantiepark. of, for example, a hotel or holiday park.
Lars, Soliman en de andere studenten Lars, Soliman and the other students
zijn net op het park. have just arrived at the park.
Ze lopen naar de receptie. They walk to reception.
Hallo. Hello.
Wij komen voor de Dutch Summer School. We’re here for the Dutch Summer School.
‘Welkom op ons vakantiepark’, zegt de vrouw achter de balie. ‘Welcome to our holiday park’, says the lady behind the counter.
Moeten wij hier zijn voor de sleutel? Should we get the key here?
Ja, jullie kunnen hier inchecken. Yes, you can check in here.
Wel graag één voor één. But one by one please.
‘Dames eerst’, zegt Soliman. Soliman says: ‘Ladies first’.
Dankjewel. Thank you.
Ik ben Anika uit Polen. I am Anika from Poland.
Hallo Anika. Hello Anika.
Heb je een reservering voor een gedeelde kamer, Do you have a reservation for a shared room,
een eigen kamer a single room
of een studio? or a studio?
Een gedeelde kamer. A shared room.
De mevrouw kijkt op de lijst met namen. The lady looks at the list of names.
Wat is je achternaam? What is your surname?
Mijn achternaam is Zebrowski. My surname is Zebrowski.
Eh… Um…
ah hier… ah here…
Anika Zebrowski Anika Zebrowski
Alsjeblieft. Here you are.
Hier is je sleutel. Here is your key.
Je verblijft in huisje 65… You are staying in house number 65…
in een gedeelde kamer. in a shared room.
Mag ik weten met wie? May I know with whom?
‘Met mij!’, grapt Lars. ‘With me!’, jokes Lars.
‘Haha… dat wil ik niet’, zegt Anika. Anika says: ‘Haha… I don’t want that.’
Ik wil niet met een jongen op de kamer. I don’t want to share the room with a boy.
Nog niet. Not yet.
Nee hoor. No, don’t worry.
Op de gedeelde kamers: In the shared rooms:
meisjes bij meisjes girls are with girls
en jongens bij jongens. and boys with boys.
Je deelt je kamer met een meisje uit Amerika: Kathy. You are sharing your room with a girl from America: Kathy.
Zij is al op het park. She’s already at the park.
Moet ik nog een borg betalen? And do I have to pay a deposit?
Ja, iedereen moet 25 euro borg betalen. Yes, everybody has to pay a 25 euro deposit.
Die krijg je terug aan het einde van je verblijf. You’ll get it back at the end of your stay.
Maar dan moet het huisje wel netjes zijn! But then the house must be nice and tidy!
Moeten we alles schoonmaken? Do we have to we clean everything?
Tijdens het verblijf moeten jullie zelf zorgen You have to keep the house tidy yourself
dat het huisje netjes blijft. during your stay.
Onze medewerkers doen de eindschoonmaak. Our staff will clean at the end.
Maar het mag geen puinhoop zijn! But it must not be a mess!
Jullie moeten zelf alle afwas doen. You have to do all the dishes yourself.
En in het huisje mag geen afval achterblijven. And there should not be any rubbish left in the house.
Wat moeten we met het afval doen? What should we do with the rubbish?
Er staat een afvalcontainer vlakbij jullie huisjes. There is a rubbish container near your houses.
Daar kan het in. You can put it in there.
Waar kunnen we het beddegoed krijgen? Where can we get the bedding?
Dat krijg je van mij. You get it from me.
Een set met lakens. A set of sheets.
De dekens liggen in het huisje. The blankets are in the house.
Heb je zelf een handdoek? Do you have a towel with you?
Ja. Yes.
Ik heb zelf een handdoek. I have a towel.
Zoals in de instructies staat. Just as in the instructions.
Wil je verder nog iets weten? Is there anything else you want to know?
Eh… waar is mijn huisje? Uh… where is my house?
Dit is de plattegrond van het park. This is the map of the resort.
Wij zijn hier. We are here.
Als je buiten komt, ga je naar rechts. When you go outside, go to the right.
De weg over. Cross the street.
En dan loop je rechtdoor. And then walk straight ahead.
Hier zijn alle huisjes voor de studenten. All the houses for the students are here.
OK. OK.
Anika betaalt de 25 euro borg. Anika pays the 25 euro deposit.
En dan is de volgende student aan de beurt. And then it’s the next student’s turn.
Alle studenten checken in. All the students check in.
Eén voor één. One by one.
In de volgende les zien we hoe dat verder gaat. In the next lesson, we’ll see how the story continues.
Tot de volgende keer bij ‘Heb je zin?’. See you next time at ‘Heb je zin?’.
Doei! Bye!

Related #dutchgrammar lesson(s):

Subtitles in other languages

Hallo. Привет.
Ik ben Bart de Pau, online docent Nederlands. Я Барт де Пау, онлайн-преподаватель нидерландского.
Welkom bij ‘Heb je zin?’. Добро пожаловать на ‘Heb je zin?’ (как настроение?).
Vandaag oefenen we Nederlandse zinnen Сегодня мы практикуем предложения на нидерландском
met de grammatica van #dutchgrammar les 28 с грамматикой из #dutchgrammar из урока 28
over modale werkwoorden. о модальных глаголах.
En we gebruiken woorden die belangrijk zijn И мы будем использовать слова, которые важны
in een gesprek bij de receptie в разговоре на ресепшене
van bijvoorbeeld een hotel of een vakantiepark. или, например, в отеле или на базе отдыха в парке.
Lars, Soliman en de andere studenten Ларс, Солиман и другие студенты
zijn net op het park. только что приехали в парк.
Ze lopen naar de receptie. Они идут на ресепшен.
Hallo. Привет.
Wij komen voor de Dutch Summer School. Мы приехали в Dutch Summer School.
‘Welkom op ons vakantiepark’, zegt de vrouw achter de balie. ‘Добро пожаловать в наш парк’, говорит леди за стойкой.
Moeten wij hier zijn voor de sleutel? Должны ли мы получить ключ здесь?
Ja, jullie kunnen hier inchecken. Да, вы можете зарегистрироваться здесь.
Wel graag één voor één. Один за другим, пожалуйста.
‘Dames eerst’, zegt Soliman. Солиман говорит: ‘Дамы вперёд’.
Dankjewel. Спасибо.
Ik ben Anika uit Polen. Я Аника из Польши.
Hallo Anika. Привет, Аника.
Heb je een reservering voor een gedeelde kamer, У вас бронь на комнату с совместным проживанием,
een eigen kamer собственную комнату
of een studio? или студию?
Een gedeelde kamer. На комнату с совместным проживанием.
De mevrouw kijkt op de lijst met namen. Леди смотрит на список имён.
Wat is je achternaam? Назовите свою фамилия?
Mijn achternaam is Zebrowski. Моя фамилия Зебровски.
Eh… Хм…
ah hier… Аа здесь…
Anika Zebrowski Аника Зебровски
Alsjeblieft. Пожалуйста.
Hier is je sleutel. Вот Ваш ключ.
Je verblijft in huisje 65… Вы остановились в домике 65…
in een gedeelde kamer. в комнате с совместным проживанием.
Mag ik weten met wie? Могу ли я узнать с кем?
‘Met mij!’, grapt Lars. ‘Со мной!’, шутит Ларс.
‘Haha… dat wil ik niet’, zegt Anika. Аника говорит: ‘Хаха… Я этого не хочу.’
Ik wil niet met een jongen op de kamer. Я не хочу делить комнату с парнем.
Nog niet. Ещё нет.
Nee hoor. Нет.
Op de gedeelde kamers: В комнатах с совместным проживанием:
meisjes bij meisjes девушки с девушками,
en jongens bij jongens. и парни с парнями.
Je deelt je kamer met een meisje uit Amerika: Kathy. Вы делите комнату с девушкой из Америки: Кети.
Zij is al op het park. Она уже в парке.
Moet ik nog een borg betalen? Должна ли я ещё платить залог?
Ja, iedereen moet 25 euro borg betalen. Да, каждый должен заплатить 25 евро залог.
Die krijg je terug aan het einde van je verblijf. Вы получите его обратно в конце вашего визита.
Maar dan moet het huisje wel netjes zijn! Но тогда домик должен быть чистым!
Moeten we alles schoonmaken? Мы должны всё убрать?
Tijdens het verblijf moeten jullie zelf zorgen Во время пребывания вы должны забоиться сами о том,
dat het huisje netjes blijft. чтобы домик оставался в чистоте.
Onze medewerkers doen de eindschoonmaak. Наши сотрудники проведут финальную уборку.
Maar het mag geen puinhoop zijn! Но нельзя, чтоб там был бардак!
Jullie moeten zelf alle afwas doen. Вы должны сами мыть посуду.
En in het huisje mag geen afval achterblijven. И нельзя, чтоб в доме оставался мусор.
Wat moeten we met het afval doen? Что мы должны делать с мусором?
Er staat een afvalcontainer vlakbij jullie huisjes. Возле ваших домиков стоит контейнер для мусора.
Daar kan het in. Вы можете выбрасывать мусор туда.
Waar kunnen we het beddegoed krijgen? Где мы получим постельное бельё?
Dat krijg je van mij. У меня.
Een set met lakens. Набор простыней.
De dekens liggen in het huisje. Одеяла лежат в домике.
Heb je zelf een handdoek? У вас есть своё полотенце?
Ja. Да.
Ik heb zelf een handdoek. У меня есть полотенце.
Zoals in de instructies staat. Так, как написано в инструкции.
Wil je verder nog iets weten? Вы хотите ещё что-нибудь узнать?
Eh… waar is mijn huisje? Ээ… где мой домик?
Dit is de plattegrond van het park. Это карта парка.
Wij zijn hier. Мы тут.
Als je buiten komt, ga je naar rechts. Когда вы выходите на улицу, поверните направо.
De weg over. Перейдите улицу.
En dan loop je rechtdoor. А потом идите прямо.
Hier zijn alle huisjes voor de studenten. Все домики для студентов тут.
OK. Окей.
Anika betaalt de 25 euro borg. Аника платит 25 евро залога.
En dan is de volgende student aan de beurt. И потом очередь другого студента.
Alle studenten checken in. Все студенты регистрируются.
Eén voor één. Один за другим.
In de volgende les zien we hoe dat verder gaat. В следующем уроке мы увидим, как история продолжается.
Tot de volgende keer bij ‘Heb je zin?’. До следующей встречи на ‘Heb je zin?’.
Doei! Пока!

Hallo. Привіт.
Ik ben Bart de Pau, online docent Nederlands. Я – Барт де Пау, онлайн-викладач нідерландської.
Welkom bij ‘Heb je zin?’. Ласкаво просимо до ‘Heb je zin?’.
Vandaag oefenen we Nederlandse zinnen Сьогодні ми будемо практикувати речення нідерландською
met de grammatica van #dutchgrammar les 28 з граматикою з уроку 28 #dutchgrammar
over modale werkwoorden. про модальні дієслова.
En we gebruiken woorden die belangrijk zijn І ми будемо використовувати слова, які є важливими
in een gesprek bij de receptie у розмові на рецепції,
van bijvoorbeeld een hotel of een vakantiepark. наприклад, готелю чи парку відпочинку.
Lars, Soliman en de andere studenten Ларс, Соліман та інші студенти
zijn net op het park. щойно прибули до парку.
Ze lopen naar de receptie. Вони йдуть до рецепції.
Hallo. Привіт.
Wij komen voor de Dutch Summer School. Ми приїхали в Літню школу нідерландської.
‘Welkom op ons vakantiepark’, zegt de vrouw achter de balie. ‘Ласкаво просимо до нашого парку відпочинку’, каже жінка за стійкою.
Moeten wij hier zijn voor de sleutel? Ми повинні тут отримати ключ?
Ja, jullie kunnen hier inchecken. Так, ви можете зареєструватися тут.
Wel graag één voor één. Але по одному, будь ласка.
‘Dames eerst’, zegt Soliman. ‘Пані йдуть першими’, каже Соліман.
Dankjewel. Дякуємо.
Ik ben Anika uit Polen. Я – Аніка з Польщі.
Hallo Anika. Привіт, Аніка.
Heb je een reservering voor een gedeelde kamer, В тебе бронювання спільної кімнати,
een eigen kamer окремої кімната
of een studio? чи студії?
Een gedeelde kamer. Спільної кімнати.
De mevrouw kijkt op de lijst met namen. Жінка дивиться на список імен.
Wat is je achternaam? Як твоє прізвище?
Mijn achternaam is Zebrowski. Моє прізвище – Зебровські.
Eh… Е…
ah hier… а ось…
Anika Zebrowski ніка Зебровські
Alsjeblieft. Будь ласка.
Hier is je sleutel. Ось твій ключ.
Je verblijft in huisje 65… Ти живеш у будинку номер 65…
in een gedeelde kamer. у спільній кімнаті.
Mag ik weten met wie? Чи можу я взнати з ким?
‘Met mij!’, grapt Lars. ‘Зі мною!’, жартує Ларс.
‘Haha… dat wil ik niet’, zegt Anika. ‘Ха-ха… Цього я не хочу’, каже Аніка.
Ik wil niet met een jongen op de kamer. Я не хочу жити в кімнаті з хлопцем.
Nog niet. Поки що.
Nee hoor. О ні.
Op de gedeelde kamers: У спільних кімнатах:
meisjes bij meisjes дівчата з дівчатами,
en jongens bij jongens. а хлопці з хлопцями.
Je deelt je kamer met een meisje uit Amerika: Kathy. Ти живеш в кімнаті з дівчиною з Америки: Кеті.
Zij is al op het park. Вона вже в парку.
Moet ik nog een borg betalen? Чи повинна я ще внести заставу?
Ja, iedereen moet 25 euro borg betalen. Так, кожен повинен внести заставу 25 євро.
Die krijg je terug aan het einde van je verblijf. Ти отримаєш її назад після закінчення перебування.
Maar dan moet het huisje wel netjes zijn! Але тоді будинок має бути гарним і охайним!
Moeten we alles schoonmaken? Ми повинні все прибрати?
Tijdens het verblijf moeten jullie zelf zorgen Ви повинні самі підтримувати порядок у домі
dat het huisje netjes blijft. під час вашого перебування.
Onze medewerkers doen de eindschoonmaak. Наш персонал прибирає в кінці.
Maar het mag geen puinhoop zijn! Але безладу бути не може!
Jullie moeten zelf alle afwas doen. Увесь посуд ви повинні мити самі.
En in het huisje mag geen afval achterblijven. І в будинку не можна залишати сміття.
Wat moeten we met het afval doen? Що ми повинні робити зі сміттям?
Er staat een afvalcontainer vlakbij jullie huisjes. Поруч із вашими будинками є контейнер для сміття.
Daar kan het in. Ви можете помістити його туди.
Waar kunnen we het beddegoed krijgen? Де ми можемо отримати постільну білизну?
Dat krijg je van mij. Ти отримаєш її в мене.
Een set met lakens. Набір простирадл.
De dekens liggen in het huisje. Ковдри лежать в будинку.
Heb je zelf een handdoek? У тебе є з собою рушник?
Ja. Так.
Ik heb zelf een handdoek. У мене є з собою рушник.
Zoals in de instructies staat. Як і вказано в інструкціях.
Wil je verder nog iets weten? Чи хочеш ти ще щось взнати?
Eh… waar is mijn huisje? Е… де мій дім?
Dit is de plattegrond van het park. Це – карта парку.
Wij zijn hier. Ми – тут.
Als je buiten komt, ga je naar rechts. Коли ти вийдеш, йди праворуч.
De weg over. Через дорогу.
En dan loop je rechtdoor. А потім йди прямо.
Hier zijn alle huisjes voor de studenten. Тут знаходяться усі будинки для студентів.
OK. OK.
Anika betaalt de 25 euro borg. Аніка вносить заставу 25 євро.
En dan is de volgende student aan de beurt. І ось черга наступного студента.
Alle studenten checken in. Усі студенти реєструються.
Eén voor één. Один за одним.
In de volgende les zien we hoe dat verder gaat. В наступному уроці ми побачимо, що буде далі.
Tot de volgende keer bij ‘Heb je zin?’. Побачимось наступного разу в ‘Heb je zin?’.
Doei! Бувай!

Hallo. Cześć.
Ik ben Bart de Pau, online docent Nederlands. Jestem Bart de Pau, nauczyciel niderlandzkiego online.
Welkom bij ‘Heb je zin?’. Witam w ‘Heb je zin?’.
Vandaag oefenen we Nederlandse zinnen Dzisiaj będziemy ćwiczyć niderlandzkie zdania
met de grammatica van #dutchgrammar les 28 z użyciem gramatyki z #dutchgrammar lekcja 28
over modale werkwoorden. o czasownikach modalnych.
En we gebruiken woorden die belangrijk zijn I będziemy używać wyrazów, które są ważne
in een gesprek bij de receptie podczas rozmowy na recepcji
van bijvoorbeeld een hotel of een vakantiepark. lub na przykład w hotelu lub parku wakacyjnym.
Lars, Soliman en de andere studenten Lars, Soliman i inni studenci
zijn net op het park. przyjechali do parku.
Ze lopen naar de receptie. Oni idą w kierunku recepcji.
Hallo. Cześć.
Wij komen voor de Dutch Summer School. Przyjechaliśmy na Dutch Summer School.
‘Welkom op ons vakantiepark’, zegt de vrouw achter de balie. ‘Witamy w naszym parku wakacyjnym’ – mówi pani za ladą.
Moeten wij hier zijn voor de sleutel? Czy możemy tu odebrać klucz?
Ja, jullie kunnen hier inchecken. Tak, tu możecie się zameldować.
Wel graag één voor één. Najlepiej jeden po drugim.
‘Dames eerst’, zegt Soliman. ‘Kobiety pierwsze’ – mówi Soliman.
Dankjewel. Dziękuję.
Ik ben Anika uit Polen. Jestem Anika z Polski.
Hallo Anika. Cześć Anika.
Heb je een reservering voor een gedeelde kamer, Czy masz rezerwację na pokój dwuosobowy,
een eigen kamer jednoosobowy
of een studio? czy na studio?
Een gedeelde kamer. Pokój dwuosobowy.
De mevrouw kijkt op de lijst met namen. Pani patrzy na listę nazwisk.
Wat is je achternaam? Jak masz na nazwisko?
Mijn achternaam is Zebrowski. Moje nazwisko to Zebrowski.
Eh… Eh…
ah hier… a tutaj…
Anika Zebrowski Anika Zebrowski
Alsjeblieft. Proszę bardzo.
Hier is je sleutel. Tu jest twój klucz.
Je verblijft in huisje 65… Ty będziesz w domku nr 65…
in een gedeelde kamer. to jest pokój dwuosobowy.
Mag ik weten met wie? Czy mogę wiedzieć z kim?
‘Met mij!’, grapt Lars. ‘Ze mną!’ – żartuje Lars.
‘Haha… dat wil ik niet’, zegt Anika. ‘Haha… w takim razie nie chcę.’ – mówi Anika.
Ik wil niet met een jongen op de kamer. Ja nie chcę dzielić pokoju z chłopakiem.
Nog niet. Jeszcze nie.
Nee hoor. Nie, nie martw się.
Op de gedeelde kamers: W dwuosobowych pokojach:
meisjes bij meisjes dziewczyny są z dziewczynami
en jongens bij jongens. a chłopcy z chłopcami.
Je deelt je kamer met een meisje uit Amerika: Kathy. Ty dzielisz swój pokój z dziewczyną z Ameryki: Kathy.
Zij is al op het park. Ona jest już w parku.
Moet ik nog een borg betalen? Czy ja muszę wpłacić kaucję?
Ja, iedereen moet 25 euro borg betalen. Tak, każdy musi wpłacić 25 euro kaucji.
Die krijg je terug aan het einde van je verblijf. Dostaniesz to spowrotem na koniec pobytu.
Maar dan moet het huisje wel netjes zijn! Ale wtedy domek musi być czysty!
Moeten we alles schoonmaken? Czy musimy sprzątać wszystko?
Tijdens het verblijf moeten jullie zelf zorgen W czasie pobytu musicie sami zadbać,
dat het huisje netjes blijft. żeby domek był czysty.
Onze medewerkers doen de eindschoonmaak. Nasi pracownicy sprzątają na koniec.
Maar het mag geen puinhoop zijn! Ale nie może być bałaganu!
Jullie moeten zelf alle afwas doen. Wy musicie sami pozmywać.
En in het huisje mag geen afval achterblijven. I w domkach nie powinn być żadnych śmieci.
Wat moeten we met het afval doen? Co mamy zrobić ze śmieciami?
Er staat een afvalcontainer vlakbij jullie huisjes. Kontener na śmieci stoi niedaleko waszych domków.
Daar kan het in. Tam można je wyrzucać.
Waar kunnen we het beddegoed krijgen? Gdzie możemy dostać pościel?
Dat krijg je van mij. To dostajecie ode mnie.
Een set met lakens. Zestaw pościeli.
De dekens liggen in het huisje. Kołdry są w domkach.
Heb je zelf een handdoek? Masz ręcznik ze sobą?
Ja. Tak.
Ik heb zelf een handdoek. Mam swój ręcznik.
Zoals in de instructies staat. Tak jak jest napisane w instrukcji.
Wil je verder nog iets weten? Czy jest jeszcze coś co chciałabyś wiedzieć?
Eh… waar is mijn huisje? Eh… gdzie jest mój domek?
Dit is de plattegrond van het park. To jest mapa parku.
Wij zijn hier. My jesteśmy tutaj.
Als je buiten komt, ga je naar rechts. Jak wyjdziesz, skręć w prawo.
De weg over. Przejdź przez ulicę.
En dan loop je rechtdoor. I idź prosto.
Hier zijn alle huisjes voor de studenten. Tu są wszystkie domki dla studentów.
OK. OK.
Anika betaalt de 25 euro borg. Anika płaci 25 euro kaucji.
En dan is de volgende student aan de beurt. A teraz następny student w kolejce.
Alle studenten checken in. Wszyscy studenci zarejestrowali się.
Eén voor één. Jeden po drugim.
In de volgende les zien we hoe dat verder gaat. W następnej lekcji zobaczymy jak to potoczy się dalej.
Tot de volgende keer bij ‘Heb je zin?’. Do następnego razu w ‘Heb je zin?’.
Doei! Pa!