Lesson 36 – Imperfectum (simple past tense)


Transcript

Hallo. Hello.
Mijn naam is Bart de Pau, My name is Bart de Pau,
online docent Nederlands. online Dutch teacher.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Welcome to ‘Heb je zin?’ (are you in the mood?)
In dit filmpje oefenen we nog een keer In this video we’ll practise the grammar
de grammatica van #dutchgrammar les 49 en 50 from #dutchgrammar lessons 49 and 50 one more time
over het imperfectum about the past tense
en we oefenen woorden and we’ll practise words
die te maken hebben met een bezoek aan de dokter, that have to do with a visit to the doctor,
want… because…
Martin, Marieke en Gianluca zijn bij de huisarts. Martin, Marieke and Gianluca are at the doctor’s.
Gianluca is gevallen. Gianluca has fallen over.
Hij heeft pijn. He is in pain.
Marieke is met Gianluca Marieke is with Gianluca
in de spreekkamer van de dokter. in the doctor’s consulting room.
Dan kan ze helpen, So that she can help,
want zijn Nederlands is nog niet zo goed. because his Dutch is not that good yet.
Ondertussen wacht Martin in de wachtkamer. Meanwhile Martin is in the waiting room.
Hij is een beetje verdrietig. He is a bit sad.
Hij wilde met Marieke naar het meertje, He wanted to go with Marieke to the lake,
om samen romantisch naar de maan te kijken. for some romantic time together looking at the moon.
Maar nu zijn ze bij de dokter. But now they are at the doctor’s.
De huisarts vraagt: ‘waar heb je pijn?’ The doctor asks: ‘where does it hurt?’
eh… hier… mijn been doet zeer… en mijn knie. uh… here… my leg hurts… and my knee.
Kleed je maar even uit… Please get undressed…
Eh… Uh…
Je mag je ondergoed aanhouden hoor. Oh, you can leave your underwear on.
Maar… ahum… But… ahem…
OK. OK.
Ik begrijp het Gianluca. I understand Gianluca.
Marieke kijkt naar de andere kant. Marieke looks in the other direction.
De dokter onderzoekt Gianluca… The doctor examines Gianluca…
Hij kijkt… He looks…
Hij voelt… He feels…
Hmmm… vreemd. Hmmm… strange.
Ik kan niets vinden… I can’t find anything…
Kleed je maar weer aan. You can put your clothes on.
‘Wat doet een Italiaan in Drenthe?’ ‘What is an Italian doing in Drenthe?’
vraagt hij aan Gianluca. he asks Gianluca.
Ik leer hier Nederlands. I’m learning Dutch here.
Maar waarom in Drenthe? But why in Drenthe?
Ik wil les hebben van de mooiste docent Nederlands. I want to have lessons from the most beautiful Dutch teacher.
En zij is hier! And she is here!
Twintig jaar geleden woonde ik in ItaliÎ. Twenty years ago I lived in Italy.
Ik werkte daar als assistent. I worked there as an assistant.
En toen leerde ik Italiaans. And then I was learning Italian.
Mijn docent was heel erg knap. My teacher was really pretty.
Daarom wilde ik alleen maar studeren. So I only wanted to study.
Ik wilde haar beste student zijn. I wanted to be her best student.
Ik kende het hele woordenboek uit mijn hoofd. I knew the whole dictionary by heart.
En toen? And then?
Toen trouwde ze met mij! And then she married me!
Hoorde je dat Marieke? Did you hear that Marieke?
Hij trouwde met zijn docent! He married his teacher!
Hoorde je dat Gianluca? Did you hear that Gianluca?
Hij wilde haar beste student zijn. He wanted to be her best student.
Hij kende het hele woordenboek uit zijn hoofd! He knew the whole dictionary by heart!
Dat is pas romantisch! That is what I call romantic!
Volgens mij is dit een gevalletje ‘aanstelleritis’. I think this is a typical case of ‘aanstelleritis’ (feigned injury).
‘Aanstelleritis’, daar heb ik nog nooit van gehoord. I have never heard of ‘aanstelleritis’.
Ik ben zelf ook arts, cardioloog…. I am a doctor myself, a cardiologist…
maar dat woord ken ik niet. but that’s a word I don’t know.
Gianluca kijkt naar Marieke… Gianluca looks at Marieke…
Marieke moet lachen. Marieke has to laugh.
Sorry Gianluca, ik ken geen vertaling. Sorry Gianluca, I don’t know the translation.
De dokter zegt tegen Marieke: The doctor says to Marieke:
Hij is gevallen. He has fallen.
Ja… dat weet ik ook wel. Yes… I know that.
Nee, ik bedoel: hij is gevallen voor jou. No, I mean: he has fallen in love with you.
Marieke moet weer blozen. Marieke blushed again.
Dokter, wat is het medicijn? Doctor, what is the medicine?
In Nederland hebben we maar één medicijn In the Netherlands we have only one drug
tegen ‘aanstelleritis’. for ‘aanstelleritis’.
En dat is? And that is?
Kusje d’r op! Kiss it better!
Martin zit nog steeds in de wachtkamer. Martin is still in the waiting room.
Daar zijn Gianluca en Marieke. There are Gianluca and Marieke.
En? And?
Gianluca zegt: ‘het is niet ernstig’ Gianluca says: ‘it’s not serious’
Oh… gelukkig maar. Oh… that’s lucky.
Ik krijg een medicijn en dan ben ik genezen. I’ll get some medicine and then I will be cured.
OK. OK.
Eh… het is al laat… Uh… it’s late already…
en ik moet nog terug naar Amsterdam. and I need to get back to Amsterdam.
Ik moet morgen werken. I have to work tomorrow.
Kom nog een keertje Martin. Come and visit us again Martin.
Volgende week is de laatste avond. It’s the last evening next week.
Dan hebben we weer een barbecue. Then we’ll have another barbecue.
En dat is altijd erg gezellig! And that is always very nice!
Dan blijf je gewoon slapen. Then you can stay the night.
We regelen wel een slaapplek voor jou. We’ll arrange somewhere for you to sleep.
En misschien zien we dan de maan… And maybe we’ll see the moon then…
Dat is een goed idee. That’s a good idea.
Martin gaat terug naar Amsterdam… Martin is going back to Amsterdam…
en Marieke en Gianluca gaan naar het vakantiepark. and Marieke and Gianluca go back to the holiday park.
Tot zover de les van vandaag. That’s it for today’s lesson.
Het blijft spannend. The suspense continues.
Voor wie kiest Marieke? Who will Marieke choose?
Tot de volgende keer bij ‘Heb je zin?’ See you next time on ‘Heb je zin?’
Doei! Bye!

Subtitles in other languages

Hallo. Привет.
Mijn naam is Bart de Pau, Меня зовут Барт де Пау,
online docent Nederlands. онлайн-преподаватель нидерландского языка.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Добро пожаловать на ‘Heb je zin?’ (как настроение?)
In dit filmpje oefenen we nog een keer В этом видео мы снова практикуем
de grammatica van #dutchgrammar les 49 en 50 грамматику из #dutchgrammar уроки 49 и 50,
over het imperfectum посвященные простому прошедшему времени,
en we oefenen woorden а также практикуем слова,
die te maken hebben met een bezoek aan de dokter, которые относятся к теме “визит к врачу”,
want… потому что…
Martin, Marieke en Gianluca zijn bij de huisarts. Мартин, Марике и Джанлука сейчас у доктора.
Gianluca is gevallen. Джанлука упал.
Hij heeft pijn. У него боль.
Marieke is met Gianluca Марике с Джанлукой
in de spreekkamer van de dokter. в кабинете у врача.
Dan kan ze helpen, Чтобы она могла помочь,
want zijn Nederlands is nog niet zo goed. так как его нидерландский еще не очень хорош.
Ondertussen wacht Martin in de wachtkamer. Тем временем Мартин ждет в комнате ожидания.
Hij is een beetje verdrietig. Он немного опечален.
Hij wilde met Marieke naar het meertje, Он хотел с Марике пойти к озеру,
om samen romantisch naar de maan te kijken. чтоб в романтической обстановке псмотреть на луну.
Maar nu zijn ze bij de dokter. А они сейчас у врача.
De huisarts vraagt: ‘waar heb je pijn?’ Доктор спрашивает: “Где у тебя болит?”
eh… hier… mijn been doet zeer… en mijn knie. Ох… здесь… моя нога очень болит… и колено.
Kleed je maar even uit… Пожалуйста, сними одежду…
Eh… Эх…
Je mag je ondergoed aanhouden hoor. O, ты можешь не снимать нижнее белье.
Maar… ahum… “>Но… гм…
OK. >OK.
Ik begrijp het Gianluca. Я понимаю, Джанлука.
Marieke kijkt naar de andere kant. Марике смотрит в другую сторону.
De dokter onderzoekt Gianluca… Доктор осматривает Джанлуку…
Hij kijkt… Он смотрит…
Hij voelt… Он чувствует…
Hmmm… vreemd. Хм… странно.
Ik kan niets vinden… Я ничего не нахожу…
Kleed je maar weer aan. Одевайся, пожалуйста.
‘Wat doet een Italiaan in Drenthe?’ “Что делает итальянец в Дренте?”-
vraagt hij aan Gianluca. спрашивает он Джанлуку.
Ik leer hier Nederlands. Я здесь учу нидерландский.
Maar waarom in Drenthe? Но почему в Дренте?
Ik wil les hebben van de mooiste docent Nederlands. Я хочу учиться у самого красивого нидерландского преподавателя.
En zij is hier! И она здесь!
Twintig jaar geleden woonde ik in Italië. Двадцать лет назад я жил в Италии.
Ik werkte daar als assistent. Я работал там ассистентом.
En toen leerde ik Italiaans. И я изучал тогда итальянский.
Mijn docent was heel erg knap. Моя преподаватель была очень хорошенькая.
Daarom wilde ik alleen maar studeren. Поэтому я хотел только учиться.
Ik wilde haar beste student zijn. Я хотел быть ее лучшим студентом.
Ik kende het hele woordenboek uit mijn hoofd. Я знал весь словарь наизусть.
En toen? И что потом?
Toen trouwde ze met mij! А потом она вышла за меня!
Hoorde je dat Marieke? Ты слышала это, Марике?
Hij trouwde met zijn docent! Он женился на своей учительнице!
Hoorde je dat Gianluca? Ты слышал это, Джанлука?
Hij wilde haar beste student zijn. Он хотел быть ее лучшим студентом.
Hij kende het hele woordenboek uit zijn hoofd! Он знал наизусть весь словарь!
Dat is pas romantisch! Вот это романтика!
Volgens mij is dit een gevalletje ‘aanstelleritis’. По-моему, это типичный случай “aanstelleritis” (травма притворщика).
‘Aanstelleritis’, daar heb ik nog nooit van gehoord. Я никогда не слашал об ‘aanstelleritis’.
Ik ben zelf ook arts, cardioloog…. Я сам тоже врач, кардиолог…
maar dat woord ken ik niet. но этого слова не знаю.
Gianluca kijkt naar Marieke… Джанлука смотрит на Марике…
Marieke moet lachen. Марике приходится засмеяться.
Sorry Gianluca, ik ken geen vertaling. Извини Джанлука, я не знаю перевода.
De dokter zegt tegen Marieke: Доктор говорит Марике:
Hij is gevallen. Он упал.
Ja… dat weet ik ook wel. Да… Я это тоже знаю.
Nee, ik bedoel: hij is gevallen voor jou. Нет, я имею в виду – “запал” на тебя, влюбился.
Marieke moet weer blozen. Марике покрывается румянцем.
Dokter, wat is het medicijn? Доктор, а какое лекарство?
In Nederland hebben we maar één medicijn У нас в Нидерландах только одно лекарство
tegen ‘aanstelleritis’. против ‘aanstelleritis’.
En dat is? И это?
Kusje d’r op! Поцелуй это (больное место)!
Martin zit nog steeds in de wachtkamer. Мартин все еще сидит в комнате ожидания.
Daar zijn Gianluca en Marieke. Вот Марике и Джанлука.
En? И что?
Gianluca zegt: ‘het is niet ernstig’ Джанлука говорит: “Ничего серьезного”
Oh… gelukkig maar. O,… повезло.
Ik krijg een medicijn en dan ben ik genezen. Приму лекарство и я здоров.
OK. OK.
Eh… het is al laat… Эх… уже поздно…
en ik moet nog terug naar Amsterdam. и мне нужно возвращаться в Амтердам.
Ik moet morgen werken. Мне нужно завтра работать.
Kom nog een keertje Martin. Приезжай в гости еще раз, Мартин.
Volgende week is de laatste avond. На следующей неделе последний вечер.
Dan hebben we weer een barbecue. Тогда устроим снова барбекю.
En dat is altijd erg gezellig! Это всегда здорово!
Dan blijf je gewoon slapen. Тогда просто оставайся на ночь.
We regelen wel een slaapplek voor jou. Мы организуем для тебя спальное место.
En misschien zien we dan de maan… И, возможно, тогда посмотрим на луну…
Dat is een goed idee. Это отличная идея.
Martin gaat terug naar Amsterdam… Мартин возвращается в Амстердам…
en Marieke en Gianluca gaan naar het vakantiepark. а Марике и Джанлука идут в парк отдыха.
Tot zover de les van vandaag. Достаточно для сегодняшнего урока.
Het blijft spannend. Интрига сохраняется.
Voor wie kiest Marieke? Кого выберет Марике?
Tot de volgende keer bij ‘Heb je zin?’ До следующей встречи на ‘Heb je zin?’
Doei! Пока!

Hallo. Привіт.
Mijn naam is Bart de Pau, Мене звати Барт де Пау,
online docent Nederlands. онлайн-викладач нідерландської мови.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Ласкаво просимо до ‘Heb je zin?’ (Як настрій?)
In dit filmpje oefenen we nog een keer У цьому відео ми попрактикуємо ще раз
de grammatica van #dutchgrammar les 49 en 50 граматику з уроку 49 і 50 з #dutchgrammar
over het imperfectum про простий минулий час
en we oefenen woorden і ми потренуємося вживати слова,
die te maken hebben met een bezoek aan de dokter, пов’язані з візитом до лікаря,
want… тому що…
Martin, Marieke en Gianluca zijn bij de huisarts. Мартін, Маріке та Джанлука – у лікаря.
Gianluca is gevallen. Джанлука впав.
Hij heeft pijn. Йому боляче.
Marieke is met Gianluca Маріке з Джанлукою
in de spreekkamer van de dokter. в кабінеті лікаря.
Dan kan ze helpen, Тоді вона може допомогти,
want zijn Nederlands is nog niet zo goed. бо його нідерландська ще не достатньо хороша.
Ondertussen wacht Martin in de wachtkamer. Тим часом Мартін чекає в кімнаті очікування.
Hij is een beetje verdrietig. Він трохи сумний.
Hij wilde met Marieke naar het meertje, Він хотів піти з Маріке на озеро,
om samen romantisch naar de maan te kijken. щоб разом романтичного помилуватися місяцем.
Maar nu zijn ze bij de dokter. Але тепер вони у лікаря.
De huisarts vraagt: ‘waar heb je pijn?’ Лікар питає: ‘де болить?’
eh… hier… mijn been doet zeer… en mijn knie. е… тут… у мене болить нога… і коліно.
Kleed je maar even uit… Роздягайся, будь ласка…
Eh… Ой…
Je mag je ondergoed aanhouden hoor. Нижню білизну можна залишити, звичайно.
Maar… ahum… Але… гм…
OK. OK.
Ik begrijp het Gianluca. Я розумію, Джанлука.
Marieke kijkt naar de andere kant. Маріке дивиться в інший бік.
De dokter onderzoekt Gianluca… Лікар оглядає Джанлуку…
Hij kijkt… Він дивиться….
Hij voelt… Він пробує..
Hmmm… vreemd. Хммм… дивно.
Ik kan niets vinden… Нічого не можу знайти…
Kleed je maar weer aan. Одягайся.
‘Wat doet een Italiaan in Drenthe?’ ‘Що робить італієць у Дренте?’
vraagt hij aan Gianluca. запитує він Джанлуку.
Ik leer hier Nederlands. Я вчу тут нідерландську.
Maar waarom in Drenthe? Але чому в Дренте?
Ik wil les hebben van de mooiste docent Nederlands. Я хочу вчитися в найвродливішої викладачки нідерландської.
En zij is hier! І вона тут!
Twintig jaar geleden woonde ik in Italië. Двадцять років тому я жив в Італії.
Ik werkte daar als assistent. Я працював там асистентом.
En toen leerde ik Italiaans. І тоді я вчив італійську.
Mijn docent was heel erg knap. Моя вчителька була дуже вродливою.
Daarom wilde ik alleen maar studeren. Ось чому я хотів тільки вчитися.
Ik wilde haar beste student zijn. Я хотів бути її найкращим студентом.
Ik kende het hele woordenboek uit mijn hoofd. Я знав весь словник напам’ять.
En toen? А потім?
Toen trouwde ze met mij! А потім вона вийшла за мене заміж!
Hoorde je dat Marieke? Ти чула, Маріке?
Hij trouwde met zijn docent! Він одружився зі своєю вчителькою!
Hoorde je dat Gianluca? А ти чув, Джанлука?
Hij wilde haar beste student zijn. Він хотів бути її найкращим студентом.
Hij kende het hele woordenboek uit zijn hoofd! Він знав напам’ять увесь словник!
Dat is pas romantisch! Оце я вважаю романтичним!
Volgens mij is dit een gevalletje ‘aanstelleritis’. Я думаю, що це типовий випадок ‘aanstelleritis’ (удаваної травми).
‘Aanstelleritis’, daar heb ik nog nooit van gehoord. Я ніколи не чув про ‘aanstelleritis’.
Ik ben zelf ook arts, cardioloog…. Я сам лікар, кардіолог……
maar dat woord ken ik niet. але це слово я не знаю.
Gianluca kijkt naar Marieke… Джанлука дивиться на Маріке…
Marieke moet lachen. Маріке сміється.
Sorry Gianluca, ik ken geen vertaling. Вибач, Джанлука, я не знаю перекладу.
De dokter zegt tegen Marieke: Лікар каже Маріке:
Hij is gevallen. Він впав.
Ja… dat weet ik ook wel. Так… я це знаю.
Nee, ik bedoel: hij is gevallen voor jou. Ні, я маю на увазі: він закохався у тебе.
Marieke moet weer blozen. Маріке знову почервоніла.
Dokter, wat is het medicijn? Лікарю, які є ліки?
In Nederland hebben we maar één medicijn У Нідерландах у нас є лише один препарат
tegen ‘aanstelleritis’. від ‘aanstelleritis’.
En dat is? І це?
Kusje d’r op! Поцілуй, щоб не боліло!
Martin zit nog steeds in de wachtkamer. Мартін все ще в залі очікування.
Daar zijn Gianluca en Marieke. А ось і Джанлука з Маріке.
En? І?
Gianluca zegt: ‘het is niet ernstig’ Джанлука каже: ‘нічого страшного’
Oh… gelukkig maar. О… на щастя.
Ik krijg een medicijn en dan ben ik genezen. Я отримаю ліки і вилікуюсь.
OK. OK.
Eh… het is al laat… Е… вже пізно…
en ik moet nog terug naar Amsterdam. і мені потрібно повертатися в Амстердам.
Ik moet morgen werken. Завтра я повинен працювати.
Kom nog een keertje Martin. Приїзди до нас знову, Мартін.
Volgende week is de laatste avond. Наступного тижня буде останній вечір .
Dan hebben we weer een barbecue. Ми знову будемо готувати барбекю.
En dat is altijd erg gezellig! І це завжди дуже весело!
Dan blijf je gewoon slapen. Тоді ти можеш залишитися на ніч.
We regelen wel een slaapplek voor jou. Ми організуємо тобі місце, щоб переночувати.
En misschien zien we dan de maan… І, можливо, тоді ми подивимось на місяць…
Dat is een goed idee. Це гарна ідея.
Martin gaat terug naar Amsterdam… Мартін повертається до Амстердаму…
en Marieke en Gianluca gaan naar het vakantiepark. а Маріке та Джанлука йдуть до парку відпочинку.
Tot zover de les van vandaag. Ось і все на сьогодні.
Het blijft spannend. Інтрига триває.
Voor wie kiest Marieke? Кого обере Маріке?
Tot de volgende keer bij ‘Heb je zin?’ Побачимось наступного разу в ‘Heb je zin?’
Doei! До побачення!

Hallo. Cześć.
Mijn naam is Bart de Pau, Nazywam się Bart de Pau,
online docent Nederlands. nauczyciel niderlandzkiego online.
Welkom bij ‘Heb je zin?’ Witam w ‘Heb je zin?’ (Czy masz ochotę?)
In dit filmpje oefenen we nog een keer W tym filmiku przećwiczymy jeszcze raz
de grammatica van #dutchgrammar les 49 en 50 lekcję 49 i 50 z #dutchgrammar
over het imperfectum o imperfectum (czas przeszły niedokonany)
en we oefenen woorden i poćwiczymy słownictwo,
die te maken hebben met een bezoek aan de dokter, związane z wizytą u lekarza
want… ponieważ…
Martin, Marieke en Gianluca zijn bij de huisarts. Martin, Marieke i Gianluca są u lekarza.
Gianluca is gevallen. Gianluca przewrócił się.
Hij heeft pijn. On cierpi.
Marieke is met Gianluca Marieke jest z Gianlucą
in de spreekkamer van de dokter. w gabinecie lekarza.
Dan kan ze helpen, W ten sposób ona może pomóc,
want zijn Nederlands is nog niet zo goed. ponieważ jego niderlandzki nie jest jeszcze zbyt dobry.
Ondertussen wacht Martin in de wachtkamer. W tym samym czasie Martin czeka w poczekalni.
Hij is een beetje verdrietig. On jest trochę smutny.
Hij wilde met Marieke naar het meertje, On chciał pójść z Marieke nad jezioro,
om samen romantisch naar de maan te kijken. żeby razem romantycznie wpatrywać się w księżyc.
Maar nu zijn ze bij de dokter. Ale teraz oni są u lekarza.
De huisarts vraagt: ‘waar heb je pijn?’ Doktor pyta: ‘Co cię boli?’
eh… hier… mijn been doet zeer… en mijn knie. eh… tutaj… moja noga boli… i moje kolano.
Kleed je maar even uit… Proszę się rozebrać…
Eh… Eh…
Je mag je ondergoed aanhouden hoor. Oh, możesz zostać w bieliźnie.
Maar… ahum… Ale… ah…
OK. OK.
Ik begrijp het Gianluca. Rozumiem Gianluca.
Marieke kijkt naar de andere kant. Marieke patrzy w drugą stronę.
De dokter onderzoekt Gianluca… Doktor bada Gianlucę…
Hij kijkt… On patrzy…
Hij voelt… On stara się wyczuć…
Hmmm… vreemd. Hmmm… dziwne.
Ik kan niets vinden… Ja nic nie mogę znaleźć…
Kleed je maar weer aan. Możesz się znów ubrać.
‘Wat doet een Italiaan in Drenthe?’ ‘Co Włoch robi w Drenthe?’
vraagt hij aan Gianluca. on pyta Gianlucę.
Ik leer hier Nederlands. Ja uczę się tu niderlandzkiego.
Maar waarom in Drenthe? Ale dlaczego w Drenthe?
Ik wil les hebben van de mooiste docent Nederlands. Chcę mieć lekcję u najładniejszej nauczycielki niderlandzkiego.
En zij is hier! A ona tu jest!
Twintig jaar geleden woonde ik in Italië. Dwadzieścia lat temu mieszkałem we Włoszech.
Ik werkte daar als assistent. Pracowałem tam jako asystent.
En toen leerde ik Italiaans. Wtedy uczyłem się włoskiego.
Mijn docent was heel erg knap. Moja nauczycielka była bardzo ładna.
Daarom wilde ik alleen maar studeren. Tylko dlatego chciałem się uczyć.
Ik wilde haar beste student zijn. Ja chciałem być jej najlepszym studentem.
Ik kende het hele woordenboek uit mijn hoofd. Ja znałem cały słownik na pamięć.
En toen? A dalej?
Toen trouwde ze met mij! Ona wyszła za mnie!
Hoorde je dat Marieke? Słyszałaś to Marieke?
Hij trouwde met zijn docent! On ożenił się ze swoją nauczycielką!
Hoorde je dat Gianluca? Słyszałeś to Gianluca?
Hij wilde haar beste student zijn. On chciał być jej najlepszym studentem.
Hij kende het hele woordenboek uit zijn hoofd! On nauczył się całego słownika na pamięć!
Dat is pas romantisch! To jest dopiero romantyczne!
Volgens mij is dit een gevalletje ‘aanstelleritis’. Według mnie ten przypadek to ‘aanstelleritis’ (udawana kontuzja).
‘Aanstelleritis’, daar heb ik nog nooit van gehoord. Nigdy nie słyszałem o ‘aanstelleritis’.
Ik ben zelf ook arts, cardioloog…. Ja jestem doktorem, kardiologiem…
maar dat woord ken ik niet. ale nie znam tego słowa.
Gianluca kijkt naar Marieke… Gianluca patrzy na Marieke…
Marieke moet lachen. Marieke wybucha śmiechem.
Sorry Gianluca, ik ken geen vertaling. Sorry Gianluca, nie znam tłumaczenia.
De dokter zegt tegen Marieke: Doktor mowi do Marieke:
Hij is gevallen. On się przewrócił.
Ja… dat weet ik ook wel. Tak… wiem to.
Nee, ik bedoel: hij is gevallen voor jou. Nie, mam na myśli: zawróciłaś mu w głowie.
Marieke moet weer blozen. Marieke zarumieniła się.
Dokter, wat is het medicijn? Doktorze, jakie lekarstwo?
In Nederland hebben we maar één medicijn W Holandii mamy tylko jeden lek
tegen ‘aanstelleritis’. na ‘aanstelleritis’.
En dat is? I to jest?
Kusje d’r op! Pocałunek!
Martin zit nog steeds in de wachtkamer. Martin ciągle siedzi w poczekalni.
Daar zijn Gianluca en Marieke. Tam są Gianluca i Marieke.
En? I?
Gianluca zegt: ‘het is niet ernstig’ Gianluca mówi: ‘to nie jest poważne’
Oh… gelukkig maar. Oh… na szczęście.
Ik krijg een medicijn en dan ben ik genezen. Ja wezmę leki i wyzdrowieję.
OK. OK.
Eh… het is al laat… Eh… jest już późno…
en ik moet nog terug naar Amsterdam. a ja muszę wrócić do Amsterdamu.
Ik moet morgen werken. Muszę jutro pracować.
Kom nog een keertje Martin. Przyjedź jeszcze raz Martin.
Volgende week is de laatste avond. W przyszłym tygodniu jest ostatni wieczór.
Dan hebben we weer een barbecue. Wtedy będzie kolejne barbecue.
En dat is altijd erg gezellig! A ono zawsze jest bardzo fajne!
Dan blijf je gewoon slapen. Wtedy będziesz mógł zostać na noc.
We regelen wel een slaapplek voor jou. My znajdziemy ci jakieś miejsce do spania.
En misschien zien we dan de maan… I może popatrzymy na księżyc…
Dat is een goed idee. To dobry pomysł.
Martin gaat terug naar Amsterdam… Martin wraca do Amsterdamu…
en Marieke en Gianluca gaan naar het vakantiepark. a Marieke i Gianluca wracają do parku wakacyjnego.
Tot zover de les van vandaag. To była lekcja na dziś.
Het blijft spannend. Ciąg dalszy nastąpi.
Voor wie kiest Marieke? Kogo wybierze Marieke?
Tot de volgende keer bij ‘Heb je zin?’ Do następnego razu w ‘Heb je zin?’
Doei! Pa!